■ Overzicht
De hoofdtelefoon bevat de volgende onderdelen (zie Afbeelding 1).
9
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved
.
Opmerking: Bepaalde delen van de hoofdtelefoon zijn magnetisch. Metalen
voorwerpen kunnen worden aangetrokken door de telefoon. Personen met een
gehoorapparaat of een pacemaker moeten de hoofdtelefoon niet tegen het oor
met het gehoorapparaat of bij de pacemaker houden.. Klik het oorstuk altijd goed
vast in de houder. De oorstuk kan worden aangetrokken door metalen voorwerpen.
Houd creditcards en andere magnetische opslagmedia uit de buurt van de
hoofdtelefoon, omdat de gegevens op deze media kunnen worden gewist.
Aan/uit-toets (1): schakelt de hoofdtelefoon in en uit. Druk kort op de aan/uit-
toets om het geluid van het actieve gesprek uit of aan te zetten.
Toets voor beantwoorden/beëindigen (2): beantwoordt of beëindigt een oproep.
Deze toets kunt u ook gebruiken voor spraakgestuurde nummerkeuze, herhaling
van het laatstgekozen nummer en doorschakeling van het actieve gesprek tussen
de hoofdtelefoon en de compatibele telefoon.
Indicatorlampje (3): geeft de huidige status van de hoofdtelefoon aan.
Volume omhoog (4): verhoogt het volume van de luidspreker tijdens een gesprek.
Volume omlaag (5): verlaagt het volume van de luidspreker tijdens een gesprek.
Luidspreker (6): geeft de stem van de beller door.
Microfoon (7): geeft uw stem door.
Aansluiting lader (8)
Batterijklepje (9)
10
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved
.
Als u de hoofdtelefoon wilt gebruiken, moet u eerste het volgende doen:
• de batterij plaatsen en opladen.
• de hoofdtelefoon koppelen aan een compatibele telefoon.